Boeren in België en Afrika staan voor dezelfde uitdagingen

Terug naar het overzicht
Interview met Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview Karen Martens
Interview Karen Martens
Interview Karen Martens
Interview Karen Martens
Interview Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview met Karen Martens
Interview Karen Martens
Interview Karen Martens
Interview Karen Martens
Interview Karen Martens
Interview Karen Martens
28 mei 2024

“Hoe duurzaam boeren wij in Vlaanderen? Wat zijn de voor- en nadelen van onze industriële landbouw? Kunnen we jongeren nog warm maken voor de boerenstiel? En zijn we zoveel beter bezig met landbouw dan in het Zuiden?”

Met deze vragen blikt KBC-vrijwilliger Karen Martens terug op haar eerste opdracht voor BRS. Die bracht haar naar Oeganda, waar ze vanuit haar ervaring als relatiebeheerder voor land- en tuinbouwers bij KBC, deelnam aan een workshop over agrofinanciering. 


Mijn passie delen

“BRS organiseerde deze internationale workshop voor microfinancieringsinstellingen (MFI’s) en voor organisaties die technische assistentie verlenen aan MFI’s en aan boeren(organisaties). De deelnemers kwamen uit Oeganda, Kenia, Kameroen, Ethiopië, Rwanda en Tanzania. Zij wisselden hun ervaringen uit rond risicobeheer, digitalisatie, duurzaamheid en groene investeringen, de organisatie van de kredietverlening. En ook de relatie met de klant kwam uitgebreid aan bod.

Als relatiebeheerder luister ik bij KBC al jarenlang naar de noden van boeren. Ik praat met hen over hun bankzaken en kredieten. Nu ben ik zelf opgegroeid op een boerderij, een familiebedrijf met veeteelt en akkerbouw, en landbouw is altijd mijn passie geweest. Ik wilde mijn kennis en ervaring dan ook graag delen met boeren uit het Zuiden. 

Uitwisseling

Op vraag van de deelnemers vertelde ik hoe zo’n kredietverleningsgesprek bij ons verloopt. En hoe wij inspelen op de noden van onze klanten. Door bv. gediversifieerde producten aan te bieden en ons afbetalingsplan af te stemmen op de inkomstenflow van de boer. We stonden ook stil bij de informatie die je nodig hebt om de kredietwaardigheid van je klanten in te schatten. En wisselden ervaring uit over beslissingsstructuren en hoe die evolueren naarmate kredieten groter worden. 

Een stiel om trots op te zijn

Ik heb ook een aantal boeren ontmoet, klanten van de Oegandese gastorganisatie. Dikwijls belandden jongeren in de landbouw bij gebrek aan andere mogelijkheden. De MFI zet deze negatieve keuze om in een positieve. Door boeren samen te brengen in coöperaties en hen te ondersteunen met opleidingen en microkredieten tilt ze hen naar een hoger niveau. Zo wordt hun leven als landbouwer iets om trots op te zijn. 

Ook bij ons kozen boeren in het verleden niet altijd van harte voor de landbouwstiel. Vaker namen ze gewoon het bedrijf van hun ouders over, omdat dat nu eenmaal verwacht werd. Ondertussen kiezen veel van onze klanten wél met hart en ziel voor het boerenleven. Iets wat ook wij willen stimuleren. Het blijft uiteindelijk een mooie stiel. 

De keerzijde van grote afnemers

En ik ontdekte nog meer raakpunten tussen de landbouwsector hier en in Oost-Afrika. Zo sprak ik met een boer uit Ethiopië die graan teelt voor een grote bierbrouwerij. Deze brouwerij verplicht hem om te werken met zaden en meststoffen die zij kiest en waarop zij de rechten bezit. De landbouwer mag enkel die welbepaalde bepaalde graanvariant telen, ook al put die de grond uit, is die minder voedzaam en vatbaarder voor ziektes. Die toenemende afhankelijkheid van grote afnemers is heel herkenbaar. Zowel bij ons als in Afrika staan landbouwers voor de uitdaging hun keuzevrijheid te vrijwaren. En hun afzet zo te organiseren dat niet alle winst naar de grote afnemers gaat. 

Pioniers zoals mijn moeder

Ook historisch zijn er parallellen te trekken. 50 jaar geleden was mijn moeder één van de eerste vrouwen die strijd leverde om haar eigen job te behouden, ook al was ze met een landbouwer getrouwd. De vrouwen die ik in Oeganda ontmoette, waren vaak nog heel afhankelijk van hun echtgenoot. De boerderij en de gronden staan er altijd op naam van hun man. Als vrouw bezitten ze niets waardoor ze bij een reguliere bank niet in aanmerking komen voor een krediet. 

Dankzij microfinanciering komt hier stilaan verandering in. Vrouwen verenigen zich in coöperaties en gaan groepsleningen aan. Hiermee kopen ze zaaigoed waarmee ze zelf groenten kweken en verkopen. De MFI begeleidt hen bij het beheer van hun financiële zaken. Net als mijn moeder kiezen jonge Oegandese vrouwen meer en meer voor een eigen job en inkomen. Maar de weg is nog lang. 

Verrast

Terugblikkend op mijn eerste BRS-opdracht stel ik vast dat ik vertrok met het idee dat de Belgische landbouw veel verder staat dan de Afrikaanse. Gaandeweg ontdekte ik dat wij evengoed veel van hen kunnen leren. Dat heeft me verrast. Ik kijk kritischer naar onze eigen landbouw nu en zie dat er ook hier veel is om over na te denken. Al bij al een ervaring die ik iedereen zou aanraden!”