Een nieuwe BRS-collega en een kersverse BRS-vrijwilliger. Natalie Vanden Eynde en Ronny Delchambre zijn allebei gedreven mensen met elk op hun domein bakken ervaring. De reis naar de Filipijnen die hen samenbracht was voor beiden nieuw: hun eerste missie in opdracht van BRS.
Ronny: Eerlijk gezegd: toen een goede vriend, al langer actief als BRS-vrijwilliger, me vroeg of ik zin had om na mijn pensionering mijn ervaring in te zetten voor BRS, heb ik serieus getwijfeld. Ik heb jarenlang voor KBC gewerkt, in verschillende functies en met een bijzondere interesse voor kmo’s. Maar wat kon ik daarmee betekenen voor microfinancieringsinstellingen in het Zuiden? Omdat ik wat BRS doet heel waardevol vind, heb ik uiteindelijk ‘ja’ gezegd.
Natalie: Net als Ronny ben ik relatief nieuw bij BRS: sinds een paar maanden maak ik als programmacoördinator deel uit van het kernteam. Ook daarvóór was ik bezig met microfinanciering. Zo maakte ik een thesis over microverzekeren en werkte ik in Tanzania twee jaar met kleine spaargroepen van MFI’s. Meer dan eens kwam ik in contact met BRS. Toen er in hun team een plaatsje vrijkwam, heb ik niet getwijfeld!
Ronny: In mei zijn Natalie en ik samen naar de Filipijnen gereisd. In het gezelschap van Kurt Moors, algemeen coördinator van BRS, en ter plaatse enthousiast begeleid door het lokale team van de Belgische ngo Trias.
Natalie: Hoofddoel van deze reis was om kennis te maken met twee microfinancieringsorganisaties die Trias bij BRS geïntroduceerd had: K-Coop en GSAC. De eerste is gevestigd in Manila, de tweede is meer landelijk gelegen. Allebei hebben ze zo’n 50 000 leden. Om de mogelijkheden tot samenwerking af te tasten, wilden we beide coöperaties ter plaatse leren kennen. En er met zoveel mogelijk mensen praten: management, personeel en klanten.
Ronny: Onze eerste stop in de hoofdstad Manila was heel confronterend voor mij. Het stof en het vuil in de straten vond ik verstikkend, de armoede schrijnend. Kurt en Natalie percipieerden dat vanuit hun ervaring minder negatief. En ik moet toegeven: ik zag wel armoede, maar geen miserie. De mensen doen er àlles aan om vooruit te komen.
Natalie: De onderlinge solidariteit die ze daarbij tonen, valt enorm op. Zeker bij de coöperaties die we bezochten. Het management en personeel zijn enorm betrokken en diep overtuigd van de coöperatieve waarden en de kracht van microfinanciering.
Ronny: Ze werken extreem hard! Net als hun klanten. En ze hebben allemaal een grote gemeenschappelijke drijfveer: hun kinderen de kans geven om te studeren en een betere toekomst op te bouwen.
Natalie: Microfinanciering helpt hen daarbij. Dat blijkt uit de verhalen van klanten die ons trots hun kredietboekjes toonden. En uit het feit dat heel wat werknemers van GSAC kinderen van kredietnemers zijn, die dankzij de microkredieten van hun ouders konden studeren. Da’s toch mooi!
Ronny: Het doet mij denken aan de verhalen van mijn grootmoeder. Zij is 101 geworden en wees ons er dikwijls op hoe arm zij vroeger was en hoe goed wij het ondertussen hadden. Zij leerde mij dat een samenleving over de generaties heen enorm kan evolueren. Dat geeft mij hoop voor de mensen die ik in de Filipijnen ontmoet heb en motiveert mij om mij verder in te zetten. Niet uit medelijden, maar vanuit respect: respect voor hun gedrevenheid en voor de trots waarmee ze hun leven in handen nemen.
Natalie: Dat is zo mooi aan microfinanciering: het is een instrument waarbij mensen de touwtjes in handen houden en zelf verantwoordelijkheid dragen. Deze reis heeft dat weer heel tastbaar gemaakt voor mij. En ondertussen heeft BRS beslist om zowel met GSAC als met K-COOP te gaan samenwerken. In december plannen we een eerste workshop in de Filipijnen. Voor hen samen, zodat ze ook kunnen leren van elkaar.
Ronny: En deze keer twijfel ik niet: ik ga mee!