Cera-medewerker Alain Baeck trok al meermaals naar Burkina Faso om er op vrijwillige basis samen te werken met BRS-partner CIF-VIE. Eind 2016 begeleidde hij er een audit en coachte Sidiki uit Togo, die stage liep bij UCMECS. Hieronder lees je het verslag van zijn wedervaren in Ouagadougou.
Op de foto zie je mijn collega’s tijdens mijn trip. Van links naar rechts, ‘mon frère’ Alassane, Basile en Ayao, de oudgedienden van de vorige auditopdracht in december 2015, en Sidiki, auditor bij UCMECS, in het noorden van Togo, die ons deze week vergezelt als stagiair. Gisteren hebben Sidiki en ik al wat bijgepraat ‘onder auditors’. Samen met de collega's van CIF-VIE Burkina hebben we vandaag de laatste afspraken gemaakt voor de week die komt. Overmorgen en de dag daarna bezoeken we een aantal Caisses van de RCPB. Ik weet het nu al: de week zal voorbijvliegen …
Vandaag starten we met het echte werk: auditeren in de bankkantoren van de RCPB. In Ouagadougou zijn de kantoren, naar onze maatstaf, groot. We trotseren de ochtendfiles, dagelijkse kost hier in de hoofdstad, en geraken net op tijd in de Caisse van Sinyiri.
We ontmoeten een aantal collega's die betrokken zijn bij de verkoop van microverzekeringen. En wat is de wereld klein: onze stagiair Sidiki uit Togo blijkt Burkinese roots te hebben en de zoon van mevrouw Traoré, directeur van de Caisse van Dapano, studeert in België. Het is al donker als we de dag met een goed gevoel afsluiten en Suleymane ons veilig door het verkeer loodst. Morgen bezoeken we een aantal landelijk gelegen kantoren.
Vandaag verlaten we Ouagadougou en rijden we richting Centre Sud. Onderweg moeten we een aantal keer stoppen voor de lokale péages, politie en gendarmerie.
In Touéssé is het marktdag. Het is dus druk in het kantoor. Ook hier is de wereld veranderd sinds vorig jaar. We bezoeken enkele landelijke bankkantoren die in niets te vergelijken zijn met de uitgebouwde kantoren die we gisteren bezochten. Ook de leden van deze Caisses en Agences zijn anders: weinig ‘salariés’, maar wel een landelijke bevolking. Ze lenen hier bedragen van maximaal 15 euro, die verzekerd worden voor een premie van minder dan 2 euro.
In de voor- en namiddag zien we een aantal spelers in het microverzekeringsverhaal. We volgen altijd hetzelfde stramien: we beginnen met de officiële voorstelling en eindigen met ‘la restitution’: een vergadering waarin we onze aanbevelingen formuleren en bespreken.
’s Middags houden we halt in Koubri, waar we eten bij de lokale horeca, naast het kantoor. Ik leer bij over de Mossi, de grootste etnische groep van Burkina Faso. Ze vormen ongeveer 40% van de bevolking en zijn met zo’n zes miljoen. De andere 60% van de bevolking bestaat uit meer dan 60 etnische groepen. Ook wij zijn een divers etnisch auditteam.
Morgen blijven we in de hoofdstad, om alles te verwerken, af te toetsen bij de collega's van CIF-VIE en een voorlopig rapport te schrijven. Ik zei het eerder al: de week vliegt voorbij!
Vandaag sluiten we ons veldwerk af. Morgen volgt de definitieve restitution met de collega's van Cif-VIE. We hebben de hele dag onze bevindingen afgetoetst en met elkaar overlegd. We zijn er bijna, het zijn de laatste loodjes ...
Vandaag is het een ‘hoogdag’ voor een auditteam: tijd voor ‘la restitution’. We bespreken de lijst van tekortkomingen en de daaraan gekoppelde aanbevelingen met de directie en de staf van CIF-VIE. De vergadering verloopt constructief: we worden niet als controleurs beschouwd, maar als collega’s die de kwaliteit van de processen helpen verbeteren. Het is al ‘avond’ naar de lokale normen, wanneer we in de namiddag de vergadering afsluiten. We prikken een voorlopige datum voor de controleoefening van 2017 en ik neem afscheid van de fijne collega’s en van Sidiki, onze Togolese gast van UCMECS. Au revoir, Ouagadougou. Ik kom terug!